De mensenrechten: rechten (en plichten) voor jou en mij


2. De mensenrechten in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens


De UVRM is wereldwijd al meer dan 70 jaar de meest toonaangevende mensenrechtenverklaring. Bijna alle mensenrechteninitiatieven verwijzen naar deze verklaring als hun inspiratie – ook de al genoemde Afrikaanse en Aziatische teksten.

Het is goed om ons te realiseren dat de UVRM het begin van een ontwikkeling markeert. Dit betekent dat ze tegelijkertijd revolutionair en onvolkomen is.

De UVRM is een kind van haar tijd, en dus in sommige opzichten gedateerd. Zo spreekt de Verklaring nog over het gezin als “de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij.”[1] Een aantal rechten worden in de UVRM nog niet expliciet benoemd, en de tekst toont hier en daar sporen van politieke compromissen. Maar het oordeel van de geschiedenis is niettemin duidelijk: de UVRM hoort bij de belangrijkste teksten die ooit zijn opgesteld.

* * * * *

In de visie van de UVRM zijn de mensenrechten rechten die ieder mens toekomen, onder alle omstandigheden, louter vanwege van het mens-zijn.

Ieder mens: dus zonder enig onderscheid, op welke grond dan ook (anders gezegd: deze rechten zijn universeel).
Onder alle omstandigheden: wat er ook gebeurt, een mens kan deze rechten nooit verliezen (in juridische taal: deze rechten zijn onvervreemdbaar).
Louter vanwege het mens-zijn: deze rechten hoeven dus niet aan iemand verleend te worden: ze zijn aangeboren.

Deze combinatie van aangeboren, universeel en onvervreemdbaar maakt dat dit “superrechten” zijn: ze hebben als groep voorrang op andere rechten, zoals bijv. rechten uit een overeenkomst. 
Toch betekent dit niet dat de werking van de mensenrechten absoluut en onvoorwaardelijk is: in de UVRM kennen de mensenrechten wel degelijk beperkingen.[2]

Enerzijds hebben we nu een duidelijke omschrijving van wat de UVRM verstaat onder mensenrechten, maar anderzijds vertelt dit ons nog niet over welke rechten het gaat. 

Het verschil tussen de Amerikaanse en de Europese grondgedachte over de mensenrechten is hiervoor al kort aangestipt. Artikel 1 van de UVRM wijst direct in de richting van het Europese gedachtegoed:

Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.

Men herkent hier het Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap van de Franse Revolutie. Ook bij verdere bestudering van de UVRM blijkt, dat hierin deze pijlers alle drie goed herkenbaar zijn uitgewerkt. De UVRM steunt dus duidelijk op de Europese benadering van deze rechten.

De UVRM kent 30 artikelen, waarvan de meeste bestaan uit meerdere onderdelen, of “leden.” In de volgende paragrafen zullen we een selectie hieruit citeren, waarbij gepoogd is om bepalingen te kiezen die zo dicht mogelijk bij het leven van alledag staan.

De UVRM geeft zelf geen expliciete indeling van de rechten in verschillende categorieën, maar wij zullen ze hier groeperen in de dimensies Vrijheid, Gelijkwaardigheid, en Solidariteit.

 

[1] Artikel 16, lid 3.

[2] Zie de bespreking van UVRM art. 29 in paragraaf 3.1.

Vorige                                                                                          Volgende

Terug naar inhoudsopgave