De mensenrechten: rechten (en plichten) voor jou en mij


1. Wat zijn mensenrechten?

Mensenrechten zijn rechten die de mens “automatisch” heeft, gewoon omdat hij of zij een mens is. Welke rechten dit zijn, staat niet bij voorbaat exact vast: dit is afhankelijk van ons mensbeeld. Dit betekent dat er in de praktijk nuanceverschillen voorkomen, zowel in tijd als in plaats, in wat als mensenrechten wordt beschouwd.

Aan het eind van de 18e eeuw vinden we een goed voorbeeld van verschillende mensbeelden die naast elkaar bestaan, en die ieder hun eigen uitwerking krijgen in een opvatting van de mensenrechten. In deze periode vinden er revoluties plaats in zowel Frankrijk (1789) als Amerika (1776). 

De Franse Revolutie benoemt Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap als haar idealen. Soms wordt de uitdrukking ook gebruikt als strijdkreet voor de Revolutie, en het is nog steeds het officiële devies van de Franse Republiek.

(De term “Broederschap” doet nu ouderwets aan. We zullen dit daarom hierna vervangen door het modernere “Solidariteit.”)

In de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring staat o.a. het volgende:

We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable Rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of Happiness.

Vertaling:

Wij achten deze waarheden onbetwijfelbaar: dat alle mensen gelijk geschapen zijn, dat ze door hun Schepper zijn begiftigd met bepaalde onvervreemdbare rechten, waaronder te leven, vrij te zijn, en te streven naar geluk.

Als eerste wordt hier dus gesteld dat alle mensen gelijk geschapen zijn, maar de belangrijkste rechten die ze hebben, en die daarna worden opgenoemd, hebben specifiek betrekking op vrijheid: het gaat om recht op de vrijheid om te leven, en om de vrijheid om naar geluk te streven. Deze nadruk op vrijheid verraadt een eigen mensbeeld: het beeld van de pionier die er in de Nieuwe Wereld in zijn eentje op uittrok om zelf, in alle vrijheid, zijn lot te bepalen. 

De Franse (Europese) visie daarentegen was geworteld in een oude samenleving vol onderlinge samenhangen: een sterk weefsel dat bestand bleek tegen het geweld van de revolutie, zodat de oude idealen van naastenliefde en liefdadigheid ondanks alles behouden bleven – een voedingsbodem waarop later het socialisme kon ontstaan.

En toeval of niet: in de Amerikaanse samenleving zijn gelijkheid en solidariteit tot op de dag van vandaag minder prominent aanwezig dan in de Europese.

In 1948 werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM) afgekondigd. Zoals het woord “universeel” in de naam al aangeeft, was deze verklaring bedoeld als definitieve, en algemeen geldige vastlegging van wat de mensenrechten nu precies zijn. 

Een groot aantal mensenrechtenteksten volgt nauwkeurig de visie op de mensenrechten van de UVRM. Dit zijn op de eerste plaats de mensenrechtenverdragen van de Verenigde Naties zelf, maar ook de mensenrechtenverklaringen en -verdragen van de Raad van Europa en de Europese Unie doen dit.

Maar ook nu nog zijn er meerdere opvattingen over de mensenrechten.

De mensenrechtenverklaring van de Afrikaanse Unie (opgesteld in 1981),  heet voluit: “Afrikaans Handvest van de Rechten van de Mens en het Volk.”[1] Artikel 19 t/m 24 van dit Handvest behandelen de gelijkberechtigdheid van alle volken[2] – iets wat in andere mensenrechtenteksten veel minder uitgebreid aan de orde komt. Wat verder opvalt in dit Handvest is de nadruk op traditionele waarden, op de plichten van de burger ten opzicht van zijn land, en op de Afrikaanse identiteit.

Ook de Zuidoost Aziatische Verdragsorganisatie (ASEAN) heeft een mensenrechtenverklaring uitgegeven (in 2012). Deze lijkt qua inhoud sterk op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), maar men heeft er een lijst van “Algemene Principes” aan toegevoegd. Hierin wordt bijv. gesteld, dat iemand pas recht heeft op toepassing van de mensenrechten als hij zijn verplichtingen tegenover “de gemeenschap” (wat ook gelezen kan worden als “de Staat”) in voldoende mate vervult.[3] Verder krijgt de Staat uitdrukkelijk de bevoegdheid om alle rechten en vrijheden in te perken in het belang van o.a. de nationale veiligheid.[4] Dit zijn beperkingen die veel verder gaan dan in de UVRM.

Maar ook in het Westen, waar het gedachtegoed van de UVRM de norm is, zijn er soms belangrijke verschillen van inzicht. Zo staan bijv. de opvattingen over euthanasie van Nederland en enkele andere landen duidelijk apart.

Fundamenteel afwijkend van de UVRM zijn de mensenrechtenverklaringen die door Moslimorganisaties zijn uitgegeven. Deze baseren zich op de Islamitische wetgeving (de Sharia). Op deze verklaringen zal hier verder niet ingegaan worden: de grondbeginselen van de Sharia zijn onverenigbaar met Westerse rechtsopvattingen.



[1] African Charter on Human and Peoples’ Rights.

[2] Dit betreft de zgn. derde generatie mensenrechten: zie paragraaf 2.4.

[3] General Principle  #6.

[4] General Principle  #8.


Vorige                                                                                     Volgende

Terug naar inhoudsopgave