De mensenrechten: rechten (en plichten) voor jou en mij


2.5. Het meervoudsaspect  van de mensenrechten

In het Nederlands en het Duits wordt het woord voor mensenrechten (Duits: “Menschenrechte”) samengesteld met “mensen”: meervoud. In het Engels en het Frans gebruikt men aanduidingen waarin de mens in het enkelvoud staat: “human rights” resp. “les droits de l’homme.” De Nederlandse en Duitse benamingen doen meer recht aan de werkelijkheid dan de Engelse en Franse: de mensenrechten zijn uitdrukkelijk een meervoudskwestie. 

Een voorbeeld ter verduidelijking.

Een schipbreukeling op een verder onbewoond eiland heeft enerzijds alle vrijheden die hij maar kan wensen, maar anderzijds heeft hij geen enkel recht. Omdat hij alleen is, kan niemand hem iets beletten – dus hij is volkomen vrij. Maar omdat hij alleen is kan hij bij niemand aankloppen voor het verzilveren van een recht. Hij kan gaan en staan waar hij wil, geloven wat hij wil, en iedere mening uiten, maar hij kan zich met niemand verenigen voor een doel, met niemand vergaderen, en nergens terecht voor onderwijs of gezondheidszorg. De schipbreukeling is dus volkomen vrij, maar tegelijkertijd ook volkomen rechteloos.

Dit laat zien dat de mensenrechten pas ten volle verwezenlijkt kunnen worden in de interactie van mensen onderling, en in de interactie van mens en gemeenschap. De mensenrechten zijn dus niet “de rechten van het individu”, maar de gezamenlijke én individuele rechten van alle leden van de gemeenschap der mensheid tezamen.

Vorige                                                                                           Volgende

Terug naar inhoudsopgave