De mensenrechten: rechten (en plichten) voor jou en mij
Vanwege de bijzondere positie van de Staat als hoeder van de mensenrechten zou voor overheidsdienaren het respecteren van de mensenrechten een uitdrukkelijke plicht moeten zijn. Op dit moment ontbreekt een verwijzing naar de mensenrechten in de ambtseed of ambtsbelofte die iedere ambtenaar moet afleggen. Er wordt wel verwezen naar de wet, maar niet naar de mensenrechten als gedachtegoed. Het volgende is een onderdeel van een ambtseed / belofte voor ambtenaren van een gemeente: Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en dat ik daarbij de Grondwet en alle overige wettelijke regelingen van ons land en van de gemeente [….] zal eerbiedigen. De UVRM heeft in Nederland geen kracht van wet[1], dus de verwijzing naar het eerbiedigen van de wet houdt niet het eerbiedigen van de UVRM in. Het zou daarom goed zijn wanneer de volgende formulering hieraan zou worden toegevoegd: Ik zweer/beloof dat ik bij de uitoefening van mijn taken de fundamentele rechten en vrijheden van de mens, zoals verwoord in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, zal respecteren. Dit zou in de praktijk tot discussies kunnen leiden over wat een ambtenaar wel of niet zou mogen doen, en daarom zal onze overheid, gesteld als ze is op rust, reinheid en regelmaat, daar niet aan willen. En dat is jammer, want juist uit dit soort discussies kan een betere maatschappelijke bewustwording ontstaan van wat de mensenrechten voor ons allemaal betekenen. [1] Nederland heeft in 1948 in de Algemene Vergadering van de VN gestemd vóór het aannemen van de UVRM, maar omdat de UVRM een Verklaring is – dus geen verdrag – kon deze in ons land geen kracht van wet krijgen. Wel is de tekst van de UVRM opgenomen in de elektronische database van alle Nederlandse wetten (https://wetten.overheid.nl/BWBV0001008/1948-12-10), onder de vermelding: “Regeling treedt in werking op nader te bepalen tijdstip”.
|
||